Osteoporose

In dit artikel lees je alles wat je wilde weten over osteoporose of botontkalking.
We beginnen met enkele minder fijne weetjes:

 

 

 

 

Wat is osteoporose?

 

Osteoporose is een aandoening waarbij het risico op botbreuken verhoogt omdat het bot verzwakt. Bij ouderen is osteoporose de belangrijkste oorzaak van botbreuken. Ruggenwervels, onderarmen en heupen zijn het gevoeligst.

Bij osteoporose is de dichtheid van de beenderen lager dan normaal. Ze zijn dus poreuzer, waardoor deze sneller kunnen breken.
Het grote probleem bij deze ziekte is dat ze meestal pas wordt opgemerkt als er een breuk optreedt. Net bij oudere en minder mobiele mensen hebben breuken een grote impact op het leven en is herstel traag en moeizaam. 1/3 mensen die een heup breekt, breekt binnen het jaar opnieuw iets.

 

Hoe verloopt osteoporose en wie loopt risico om het te krijgen?

 

Osteoporose kan op elke leeftijd en zowel bij mannen als bij vrouwen voorkomen.
Vanaf 50 jaar vergroot het risico wel stelselmatig met de leeftijd.
Verloop:
Bij kinderen en tieners is de botopbouw sneller dan de afbraak en worden de botten dichter en sterker. De dichtheid van je botmassa piekt rond de leeftijd van 20-25 jaar. Tot je 45 blijft de botmassa ongeveer stabiel, maar al vanaf 30 jarige leeftijd wordt de afbraak al lichtjes sneller dan de opbouw en worden de beenderen stilaan zwakker. Dit proces versnelt vanaf 45 jaar.
Vanaf de menopauze wordt het risico groter bij vrouwen. Vrouwen met een vroege menopauze lopen hierdoor een groter risico op osteoporose dan vrouwen waarbij de menopauze later optreedt.
Bij mannen begint de versnelde afbraak gemiddeld 10 jaar later dan bij vrouwen. Bij hen komen breuken door osteoporose dus ook gemiddeld later voor.

 

Wat zijn de risicofactoren?

 

Botten lijken harde en levenloze onderdelen van ons lichaam, maar ze zijn in feite levend weefsel. Ze worden continue afgebroken en heropgebouwd. Als de afbraak sneller verloopt dan de opbouw, loop je risico op osteoporose. Bij iedereen verzwakken de botten vanaf een bepaalde leeftijd, maar niet iedereen krijgt osteoporose. Er zijn verschillende risicofactoren, die de kans op de ziekte vergroten.

Er zijn risicofactoren waar je zelf niets aan kan veranderen en er zijn er waar je wel een invloed op hebt.

 

Risicofactoren die je niet kan veranderen:

 

  • Leeftijd: hoe ouder je wordt des te groter je risico: bijvoorbeeld 1 vrouw op de 10 van 60 heeft osteoporose en 2/3 vrouwen van 90 hebben het.
  • Geslacht: door de menopauze lopen vrouwen een groter risico.
  • Lichaamsbouw: fijngebouwde mensen met een laag gewicht lopen een groter risico.
  • Erfelijkheid: Heeft één van je ouders osteoporose, dan is de kans ook groter dat jij het krijgt.
  • Origine: Blanke en Aziatische vrouwen lopen een groter risico.

 

Risicofactoren die wel beïnvloedbaar zijn:

 

  • Tekort aan geslachtshormonen: Bij mannen kan een tekort aan testosteron tot osteoporose leiden en bij vrouwen een tekort aan oestrogeen. Voornamelijk na de menopauze, waarbij de aanmaak van oestrogeen vermindert, is dit het geval.
  • Voeding: langdurig te weinig calcium, fosfor en vitamine D verhogen het risico.
  • Anorexia 
  • Geneesmiddelen van de familie glucocorticoïden  (beter gekend als cortisonen). Bijvoorbeeld in pilvorm: Medrol, predniso(lo)ne, hydrocortisone; inspuitingen zoals Depo-medrol of Diprophos; of puffers zoals Symbicort, Bufomix, Seretide,…
  • Sedentaire levensstijl
  • Roken
  • Overmatig alcoholgebruik

 

Voorkomen:

 

Een deel van bovenstaande factoren kan je zelf beïnvloeden. Stoppen met roken en minderen met alcohol zijn uiteraard aan te raden. Je kan ook op andere zaken letten om de ziekte te vertragen.

 

Medicatie
Neem je medicatie zoals cortisones of heb je osteoporose in de familie dan is het raadzaam om extra vitamine D en calcium in te nemen. In de apotheek vind je verschillende vormen. Er bestaan ook geneesmiddelen (op voorschrift) die de botafbraak vertragen. Deze hebben ook wel wat nevenwerkingen dus ze worden niet standaard voorgeschreven.

Voeding
Gevarieerde voeding is belangrijk om calcium, vitamine D en fosfor op te nemen. Calcium en vitamine D vind je vooral in zuivel. Calcium vind je ook in zaden, noten, sardines, zalm, bonen en groene bladgroentes. Meer informatie over vitamine D vind je in dit artikel
Fosfor komt ook voor in zuivel, zaden, noten en bonen. Je vind het ook in gevogelte, bepaalde schaaldieren en volkoren producten. Hiervan hebben weinig mensen een tekort.

 

Beweging
Botten worden, net zoals spieren, sterker als je ze traint. Door regelmatig het lichaam te belasten door te sporten of te trainen met (lichte) gewichten, verbetert de botdichtheid en worden ze steviger. Door beweging train je ook je spieren. Hierdoor verkleint je risico om te vallen omdat je stabieler en mobieler bent.
Ook op latere leeftijd blijft bewegen belangrijk, niet enkel om bovenstaande redenen. Bewegen dient bij oudere mensen ook om de coördinatie en het evenwicht te verbeteren, dit verlaagt ook weer het risico om te vallen.

 

Kinderen en pubers

 

Osteoporose wordt wel eens een “pediatrische ziekte met geriatrische gevolgen” genoemd. Zoals je hierboven kan lezen, bouw je je botten op als kind en puber. Daarna worden ze stilaan poreuzer en zwakker. Is de opbouw op die leeftijd niet optimaal, dan zullen de gevolgen van de trage afbraak sneller zichtbaar worden en krijgen deze kinderen, als ze volwassen zijn, vroeger osteoporose.
Voldoende inname van calcium en vitamine D is belangrijk maar ook sporten en een actief leven. Dit om de botten sterk en compact te maken.