Alzheimer
Wat is de ziekte van Alzheimer
Algemeen:
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Men schat dat 220 000 Belgen lijden aan dementie en hiervan heeft 70% alzheimer.
Bij azheimer, en andere vormen van dementie, gaan de verstandelijke functies achteruit. Onder andere het geheugen en het taalgebruik verminderen. Mensen met dementie krijgen ook meer moeite om bepaalde taken uit te voeren en om nieuwe dingen te leren.
Het is een ongeneeslijke ziekte, waarbij er veranderingen in de hersenen optreden die de achteruitgang veroorzaken. Sommige hersencellen en zenuwen sterven af, anderen verliezen hun werking. Bij alzheimer is dit door ophoping van bepaalde eiwitten: tau en amyloid. Hoe en waarom dit juist gebeurt, wordt volop onderzocht en is nog niet uitgeklaard.
Meer weten? In deze video van Alzheimer Nederland wordt het mooi uitgelegd:
Cijfers
Leeftijd speelt een belangrijke rol bij het risico op dementie:
– Boven 65 jaar heeft 10% van de mensen dementie
– Boven 80 jaar heeft 20% van de mensen dementie
– Boven 90 jaar heeft 40% van de mensen dementie
(Bron cijfers: expertisecentrum dementie)
Symptomen en verloop
De ziekte verloop geleidelijk en zijn verschillende fases waarbij er telkens meer functies achteruit gaan. Er is ook een preklinische fase, waarbij de veranderingen in de hersenen al aan de gang zijn, maar er nog geen symptomen zijn. Deze fase kans soms jaren duren.
Eerste symptomen
De eerste symptomen zijn veranderingen in het geheugen en het denkvermogen. Het heeft nog geen groot effect op relaties of werk. Het kan zijn dat Alzheimerpatiënten zich recente gesprekken of afspraken moeilijk kunnen herinneren of bijvoorbeeld moeilijker kunnen inschatten hoeveel tijd er nodig is om een bepaalde taak uit te voeren. Deze eerste symptomen worden niet altijd opgemerkt of worden weggewuifd.
Beginnende alzheimer
In deze fase wordt het voor de omgeving duidelijker dat er iets niet klopt.
De omgeving ziet sneller dat er iets mis is dan de patiënt zelf. Nieuw aangeleerde dingen onthouden ze bijvoorbeeld niet. Een goed voorbeeld is dat de familie bij elk bezoek opnieuw moet uitleggen hoe hun gsm werkt.
Andere symptomen naast geheugenverlies:
- Moeite hebben met complexe taken:
Betalen van rekeningen, iets organiseren,… - Veranderingen in de persoonlijkheid:
Sneller boos of geïrriteerd worden, zich terugtrekken uit het sociale leven, minder interesse in anderen,… - Verward zijn:
Zaken kwijt geraken, de weg niet meer vinden,… - Meer moeite hebben zich uit te drukken
- In herhaling vallen
Middelmatige alzheimer
In deze fase worden de patiënten steeds meer verward en gaat hun geheugen nog achteruit. Ze worden hulpbehoevend en hebben ondersteuning nodig bij dagdagelijkse taken zoals eten en zich aankleden. Deze fase duurt meestal het langst.
Geheugen:
Nieuwe informatie onthouden, lukt niet meer. Ook het langetermijngeheugen vertoont gaten. Ze vergeten bijvoorbeeld hun adres of waar ze naar school zijn gegaan. Hun favoriete verhalen herhalen ze steeds vaker en ze bedenken verhalen of onderdelen om de gaten in hun geheugen te vullen.
Ze beginnen ook moeite te hebben met mensen uit elkaar houden en herkennen.
Dagelijks leven:
Ze hebben meer hulp nodig bij dagelijkse zaken zoals naar het toilet gaan, zich wassen of aankleden. Ook correcte kleding kiezen naargelang het weer of de gelegenheid wordt moeilijk.
Persoonlijkheid:
Hun gedrag en persoonlijkheid verandert nu meer. Ze kunnen achterdochtig worden en bijvoorbeeld overtuigd zijn dat iemand hun geld steelt of opzettelijk zaken verplaatst. Rusteloosheid en prikkelbaarheid komen ook meer voor, met soms uitbarstingen en (fysieke) agressie.
Ernstige alzheimer/laatste fase
In deze fase gaan mensen met alzheimer nog meer achteruit en hun fysiek kunnen vermindert.
Stappen zonder hulp gaat niet meer en na een tijd kunnen ze niet meer zitten zonder steun of het hoofd rechtop houden. Ze voelen mettertijd ook geen aandrang meer om naar het toilet te gaan en kunnen niet meer slikken.
In alle dagelijkse taken hebben de patiënten nu hulp nodig. Ze zijn ook steeds minder in staat om te spreken of zich op andere manieren uit te drukken.
Behandeling en levensverwachting
Behandeling:
Er is nog geen behandeling die de ziekte kan genezen.
Er bestaan wel een aantal medicijnen die de ziekte kunnen vertragen. Hoe vroeger deze worden gestart, des te langer ze effect hebben. In latere fases zijn ze minder effectief. De ziekte op tijd ontdekken en laten behandelen is daarom belangrijk.
Tussen het ontstaan van de ziekte en de diagnose door een arts zit meestal 2-3 jaar.
Levensverwachting:
De levensverwachting voor mensen met alzheimer verschilt sterk: Tussen 3 en 20 jaar en gemiddeld 8 à 10 jaar.
Mensen overlijden meestal niet aan alzheimer zelf, maar aan aandoeningen die ze door de ziekte krijgen.
O.a. door de slikproblemen in de latere fases zijn ze vatbaarder voor longontstekingen. De slikproblemen, in combinatie met het verminderen van de eetlust, leiden vaak tot ondervoeding en daarbij een verminderde weerstand.
Mensen met deze aandoening hebben ook een groter risico om te vallen. Vanaf ze bedlegerig zijn, is er een grotere kans op bloedklonters.
Steun voor de omgeving
Voor de omgeving is het in het begin belangrijk om te aanvaarden dat bepaalde zaken niet meer lukken, maar ook om de overgebleven functies te blijven stimuleren. Begeleiding en ondersteuning spelen een grote rol in het verloop van de aandoening.
Hoewel het voor de omgeving, zeker in de middelste en latere fases, voelt of ze worden weggeduwd, is het belangrijk om de patiënt bij te staan en er te zijn voor hem of haar.
Alzheimer, en dementie in het algemeen, treft de omgeving van een patiënt even hard als henzelf. Gelukkig zijn er tal van instanties om familie en naasten te ondersteunen.
Er zijn bijvoorbeeld regionale netwerken die thema-avonden en activiteiten organiseren voor familieleden.
Alzheimerliga/familiegroepen
Preventie:
Je levensstijl heeft een invloed op de kans dat je dementie krijgt. Houdt onze website in het oog; het volgende artikel dat verschijnt, gaat hierover.